Halloweennestje 3

De eerste twee weken liggen de kittens bij hun moeder en ze drinken of slapen. Hun lijfjes zijn nog niet geschikt om te lopen. Ze hebben lange ronde lijfjes en korte zwakke pootjes. Ze kunnen zich toch snel bewegen, met hun scherpe klauwtjes trekken ze zich omhoog en zoeken ze krabbelend hun weg. Wanneer ze vallen, strekken ze hun klauwtjes uit, totdat ze ergens houvast aan hebben.

Nu ze drie weken oud zijn, gaan heel langzaam hun oogjes open; eerst kleine spleetjes. Maar na een paar dagen kijken ze met prachtige blauwe ogen de wereld in. Aanvankelijk zien ze alles wazig, maar na verloop van tijd bekijken ze hun omgeving met veel belangstelling.

  

Ze hebben natuurlijk onze stemmen gehoord en nu zijn ze nieuwsgierig wie bij die stemmen horen. Kittens zijn onverschrokken en ze zijn helemaal niet onder de indruk van die vreemde wezens, die er zo anders uitzien dan mama.

 

Ze worden steeds sterker en waggelen op onzekere pootjes rond, maar het grootste deel van de dag liggen ze bij mamma. Ze drinken en vallen daarna vaak drinkend in slaap. Soms wordt een robbertje gevochten omdat ze allebei dezelfde tepel willen hebben. Tijdens het drinken trappelen ze met hun voorpootjes, waardoor de melkproductie van mamma wordt gestimuleerd. Dit blijven katten ook doen wanneer ze volwassen zijn. Ze doen het vaak wanneer ze op je schoot of op een zacht kussen liggen, zachtjes ritmisch trappelen. Ze denken dan terug aan de tijd dat ze als baby bij moeder lagen en melk dronken.

 

Wanneer ze drie weken oud zijn, beginnen ze steeds meer op kleine katjes te lijken. In deze periode, krijgen ze langere haartjes in hun vacht; ze zijn in “the fuzz”. Nu ze alles goed kunnen zien, gaan ze ook van alles ontdekken en wanneer ze niet slapen, zijn ze actief. Ze kunnen nog niet goed lopen, maar dat mag de pret niet drukken, rollebollend gaan ze op onderzoek uit.

 

Ze zijn steeds meer in de box te vinden en hebben ook belangstelling voor alles wat buiten de box gebeurd. We hebben een kittenparcours gebouwd, zodat ze kunnen klauteren en klimmen. Dit stimuleert hun fysieke ontwikkeling ze krijgen sterke spieren, en hun coördinatie. Ze worden steeds behendiger en hun spieren worden iedere dag sterker.

 

 

Eerst onderzoeken ze alles met hun neus, maar nu gebruiken ze ook een pootje om te voelen wat deze spannende nieuwe ontdekking is. Bijten wordt ook steeds interessanter en ze doen het graag, met hele kleine scherpe tandjes, bijten ze in alles wat ze kunnen bereiken.